Posted in februari 2016

Dat kan niet

Spoken dwalen door mijn hoofd engelen zweven door het luchtruim kabouters bevolken mijn tuin stemmen bereiken mij stemmen zonder naam ik zie mijn ouders zij staan bij de tuinpoort ik droom van van een monster acht poten en angels drie vleugels een bek vol schuim en tanden ogen die vuur schieten drollen op straat vergeten … Lees verder

Levens lopen

De rivier zij kabbelt naar beneden van bergtop langs helling van helling naar dal zij voert de vissen duikt onder zand en stenen en komt weer boven zij draagt schepen moeizaam maar toch vlot er kleeft vuilnis aan haar golven maar zij stroomt verder kolkt en stuift met kracht met macht steeds dieper verder breder … Lees verder

Agenda

Stil zijn de dagen verdwijnseld ook de stemmen onzichtbaar haast de fietsers de wereld is stil een stille wandelaar op pad ik dwaal door de straten die doelloos zijn en verlaten alleen de regen vraagt mijn aandacht en klettert neer op het asfalt en vertrekt tussen de tegels waar straks het mos weer groeit dat … Lees verder

De dictator

Gedaan, wat heb ik gedaan wat was dit voor een dag een kronkeling een doolhof een deur die ik niet wilde Toch geopend en gesloten ik ben erdoor het hoeft niet meer ik heb het achter me gelaten maar nu wil ik nu wil ik iets moois nu wil ik iets moois en leuks. Ik … Lees verder

Whipe out

Het laat me leeg ik hoor geen woord geen zucht nog niet het vertrekken van een spier het zijn mijn vrienden die alles van mij weten maar toch een leeg beeld van mij met zich slepen.   Als een last een zware last de leegte weegt zo te zien meer dan lading de lading waarvan … Lees verder

Ongerijmd heden

“Het is een feit dat een koe meer schijt als een geit, of had de geit dat geweten dan hadde vast meer gescheten.” Dat zegt men in Gr9ningen het land van onbewoonbare woningen ontstaan door het gas dat o zo’n zegen voor ons was heel Holland goed bij kas en iedereen in z’n sas, al … Lees verder

Onze vegakat

Mager was het beestje zeker maar ook heel mooi! En er zat zo’n mooie herinnering aan. Het was de rode kater van mijn opa en oma. “Smoessie” was zijn naam. Hij was bij ons komen wonen toen opa overleed. Dat gebeurde door een vreemd virus dat opa in zijn greep had gekregen en waartegen geen … Lees verder

Carnaval is over

Ja zeker, the carnaval is over de lege glazen staan nog op de bar de halfvolle ook de woensdag zit in zak en as traag, in slakkengang gaan mijn ogen tegen het zonlicht in gekeerd open naar de wereld maar mijn lever doet niet mee die blijft slapen tot de borrel want voor mij is … Lees verder

Storm

De wind strijkt door mijn haren ze voelt als vrouwenhanden, zacht en kriebelend mijn hoofdhuid trekt zich samen een zacht gegrom van welbehagen de wind toont zich mijn vriend en keert zich met al mijn richtingen mee de wind blaast fluistert ook geen kwade woorden likt mijn trommelvlies voelt als een vrouwentong.   De storm … Lees verder

Schijtlijster en kopmeeuw

De merel zingt zo vroeg in ’t jaar de koolmees wenkt met bei haar vleugels de spreeuwen verzamelen zich op ’t veld een zwerm van ganzen trek al over zo vroeg in ’t jaar nog nooit gezien vertrokken van de Nijl bedrogen door wat lente werd genoemd en achter vogels aan zwoegt storm zich een … Lees verder